Muziek was in de middeleeuwen ook al heel belangrijk. Je kon muziek tegen komen als je op de markt liep. Maar er werd ook muziek gespeeld op feesten en partijen. Ook kon je in kastelen muzikanten tegenkomen. Dichters en muzikanten trokken vaak van de eene grote zaal in het kasteel naar de andere zaal. Ze zongen daarbij liederen over liefde en ridderlijkheid. Vaak gebruikten zij daar muziekinstrumenten bij. Het beste was om zoveel mogelijk muziekinstrumenten te bespelen. Hoe meer instrumenten je kon bespelen, hoe beter. Als de dichters en muzikanten slim waren, prezen ze de gulheid van hun gastheer. Want als je een goede muzikant of dichter was kon je heel veel geld verdienen.  

In het begin van de middeleeuwen waren er nog maar weinig instrumenten. Er werd veel gezongen en dan had je geen muziekinstrumenten nodig. Pas later in de middeleeuwen kwamen er muziekinstrumenten. Ondanks dat er nog niet veel instrumenten waren werden de instrumenten wel heel belangrijk voor de muziek. Een eerste muziekinstrument was de 'luit'. De luit heeft iets weg van de gitaar. Alleen is deze wat kleiner, ronder en boller. De luit heeft negen snaren. Dan had je ook de 'fluit'. De fluit was in die tijd een niet zo duur instrument. Vandaar dat de fluit door veel mensen werd bespeeld. Een ander muziekinstrument was de 'vedel'. De vedel lijkt nog meer op de gitaar. Bij de vedel gebruikte men ook een strijkstok. Een ander populair muziekinstrument was de 'harp'. Dit was èèn van de duurste muziekinstrumenten uit de middeleeuwen. Pas veel later in de middeleeuwen werd de harp wat goedkoper. Als je toch een harp kon kopen was je heel blij. De harp was een heel populair instrument omdat er een heel mooi geluid uit kwam. De harp was zeer geliefd bij ridders en kasteelheren. Daarom zag je harp niet zo snel bespeeld worden op de markt maar wel in kastelen.  

In de tijd van de middeleeuwen luisterde men naar Gregoriaanse muziek. De gregoriaanse muziek ging over de volgende onderwerpen: God, de heilige Maagd, de oorlog, feesten en vaak de hoofse liefde. Er was een meneer die Gregorius heette. Die man heeft alle gezangen opgeschreven. Vandaar de naam Gregoriaanse muziek. Hij heeft ook geprobeerd om die gregoriaanse muziek zo bekend te maken dat iedereen er naar luisterde. Dat is hem niet gelukt want er kwamen nog wat andere variaties van gregoriaanse muziek. Een voorbeeld van andere gregoriaanse muziek is de Gallicaanse muziek (Frankrijk). En de Keltische muziek (Engeland). De gregoriaanse muziek bestond toen alleen uit stemmen. Dus er werden nog geen muziekinstrumenten gebruikt. Vanaf ongeveer het jaar 1000 komt het notenschrift op. Dat is wel beter want daardoor konden ze de gregoriaanse muziek beter uit hun hoofd leren. Dan heb je nog andere soorten middeleeuwse muziek. Een voorbeeld daarvan is de muziek van de troubadours (in het zuiden van Frankrijk) en de trouvères (in het noorden van Frankrijk).